terugbrengen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: terugbrengen (hulp, bestand)
- IPA: /təˈrʏxbrɛŋə(n)/
Woordafbreking
- te·rug·bren·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terug bw en brengen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugbrengen |
bracht terug |
teruggebracht |
zwak -cht | volledig |
Werkwoord
terugbrengen
- overgankelijk naar het punt van vertrek brengen
- Het is bijna zeven uur, wordt het niet eens tijd je moeder terug te brengen?
- overgankelijk naar de eigenaar brengen
- Zou jij de sleutels naar de verhuurder terug kunnen brengen?
- overgankelijk een eerdere of lagere toestand herstellen
- Dat bracht de stand terug tot een gelijkspel.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. naar het punt van vertrek brengen
2. naar de eigenaar brengen
Gangbaarheid
- Het woord terugbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "terugbrengen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-cht) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %