Naar inhoud springen

terugbrengen

Uit WikiWoordenboek
  • te·rug·bren·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugbrengen
bracht terug
teruggebracht
zwak -cht volledig

terugbrengen

  1. overgankelijk naar het punt van vertrek brengen
    • Het is bijna zeven uur, wordt het niet eens tijd je moeder terug te brengen? 
     Op de zandplaat liet Iris Beekman uit Groningen ze vrij in de Waddenzee. "Mijn vriend gaf me dit cadeau met kerst. Hij weet hoe gek ik ben op zeehonden. Vroeger deed ik mijn spreekbeurten erover. Dit is echt iets wat ik al mijn hele leven wilde doen", zei ze. "En nu ben ik degene die de laatste zeehond uit Pieterburen mag terugbrengen naar zee. Heel bijzonder."[1]
  2. overgankelijk naar de eigenaar brengen
    • Zou jij de sleutels naar de verhuurder terug kunnen brengen? 
  3. overgankelijk een eerdere of lagere toestand herstellen
    • Dat bracht de stand terug tot een gelijkspel. 
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 20 april 2025 Weblink bron “Pieterburen is echt (bijna) leeg na vrijlating Ollie en Brandy” (20 april 2025), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be