Naar inhoud springen

contact

Uit WikiWoordenboek
  • con·tact
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanraking’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • afgeleid van het Latijnse 'tangere' (aanraken) met het voorvoegsel con- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord contact contacten
verkleinwoord contactje contactjes

hetcontacto

  1. (natuurkunde) een toestand waarbij twee voorwerpen elkaar raken
    • Doordat de twee voorwerpen elkaar aanraakten, ontstond er contact. 
  2. (communicatie) onderlinge communicatie
    • Zij bleven in contact met elkaar. 
     Nadat ik rechten had gestudeerd en bij een advocatenkantoor ging werken, raakte ik naast het contact met mijn lichaam ook mijn 'gave' kwijt.[3]
     'Alle manschappen in Andalusië met wie ik telefonisch contact heb gehad, gehoorzamen mijn bevelen en hebben de straten overgenomenm De autoriteiten van Sevilla, en allen die met hen en met de zogenaamde regering in Madrid sympathiseren, zijn gearresteerd en staan onder mijn bewind.[4]
     Doordat ik nu opeens zo afgezonderd was, voelde het alsof ik op een andere planeet was beland. Ik had verwacht dat ik me misschien eenzaam zou voelen, menselijk contact zou missen en onrustig zou worden.[5]
     Zelf denk ik dat hij ervandoor is gegaan en daarna geen contact meer met haar wilde, of dat zij zelf alle banden heeft doorgesneden.[4]
  3. een contactpersoon
    • Zij is mijn vaste contact als het om wiskundige sommen gaat. 
  4. (elektrotechniek) een verbinding van twee elektrische geleidingen
    • Door het gemaakte contact ontstond er een kleine spanning. 
  5. (elektrotechniek) een elektrische schakelaar
    • Zet het contactje even om. 
  6. (geologie) de grens tussen stollings- en nevengesteente
    • De grens tussen stollings- en nevengesteente noemt men contact. 
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]
  1. "contact" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. contact op website: Etymologiebank.nl
  3. Marion Pauw e.a.
    “4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
  4. 1 2
    Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  5. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud meervoud
contact contacts

contact

  1. contact
vervoeging
onbepaalde wijs to  contact 
he/she/it  contacts 
verleden tijd  contacted 
voltooid
deelwoord
 contacted 
onvoltooid
deelwoord
 contacting 
gebiedende wijs  contact 

contact

  1. contacteren
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  contact     le contact     contacts     les contacts  

contact m

  1. contact