contactname

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tact·na·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contactname contactnamen
contactnames
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de contactnamev / m

  1. de keer dat men contact met iets of iemand opneemt
     Er werden zaterdag drie personen opgepakt, verhoord en nadien ter beschikking gesteld van het parket. Na contactname met het parket werden ze echter weer vrijgelaten. De politievakbonden reageerden woedend.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    blg, cds, mju
    “Parket dient Van Quickenborne van repliek” (15/11/2020), De Standaard