elektrotechniek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  elektrotechniek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• elek·tro·tech·niek

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van techniek met het voorvoegsel elektro-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	elektrotechniek	elektrotechnieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

elektrotechniek v

1. (techniek) (wetenschap) de studie en praktische toepassing van alles wat met elektriciteit en elektromagnetisme te maken heeft en waarvan (elektronica) maar een heel klein onderdeel vormt

Afgeleide begrippen

• elektrotechnicus, elektrotechnisch, elektro-

Verwante begrippen

• communicatiesystemen, communicatietechniek, communicatietechnologie, differentiaalvergelijking, digitale filtertechniek, elektriciteit, elektrisch netwerk, elektromagnetisch veld, elektromagnetisch veldtheorie, elektromagnetische golfgeleider, elektronica, elektronische instrumentatie, elektrotechnische energietechniek, elektrotechnische meettechniek, functietheorie, hoogspanningstechniek, informatietheorie, informatietransmissie, informatietransmissiemethoden, informatietransmissiewegen, inschakelverschijnsel, laagspanningstechniek, magnetisme, microgolfcomponent, microgolftransmissie, modulatietheorie, natuurkunde, netwerktheorie, operationele analyse, potentiaaltheorie, pulstechniek, radiotechniek, regeltechniek, schakeltechniek, speltheorie, statistiek, steekproeftheorie, stochastische proces, systeemtechniek, telecommunicatie, theoretische elektrotechniek, toegepaste statistiek, vectoranalyse, waarschijnlijkheid, wiskunde, wisselstroomtheorie, zwakstroomtechniek

Vertalingen

    1. de studie en praktische toepassing van alles wat met elektriciteit en elektromagnetisme te maken heeft   

Afrikaans: elektroniese ingenieurswese (af) Albanees: elektroteknika (sq) Arabisch: هندسة كهربائية (ar) Baskisch: ingeniaritza elektriko (eu) Beiers: elektrotechnik (bar) Bengaals: তড়িৎ ও ইলেকট্রনিক প্রকৌশল (bn) Bosnisch: elektrotehnika (bs) Bulgaars: Електротехника (bg) Catalaans: electrotècnia (ca) Chinees: 電機工程學 (zh) Duits: Elektrotechnik (de) Engels: electrical engineering (en) Esperanto: elektrotekniko (eo) Estisch: elektrotehnika (et) Fins: Sähkötekniikka (fi) Frans: Électrotechnique (fr) Fries: elektrotechnyk (fy) Georgisch: ელექტროტექნიკაƒ (ka) Grieks: Ηλεκτρολόγος μηχανικός‚ (el) Hebreeuws: הנדסת חשמלœ (he) Hindi: वैद्युत अभियान्त्रिकी (hi) Hongaars: Villamosmérnök (hu) Indonesisch: teknik listrik (id) Interlingua: ingenieria electric (ia) Italiaans: elettrotecnica (it) IJslands: Rafmagnsverkfræði (is) Japans: 電気工学 (ja) Kirgizisch: Электротехника (ky) Koreaans: 전기공학•™ (ko) Kroatisch: elektrotehnika (hr) Latijn: ars electrica (la)

Lets: elektrotehnika (lv) Litouws: elektrotechnika (lt) Lojban: dikca mi'irlarcu (jbo) Luxemburgs: elektrotechnik (lb) Macedonisch: Електротехника (mk) Malayalam: ഇലക്ട്രിക്കൽ എൻജിനീയറിംഗ് (ml) Maleis: kejuruteraan elektrik (ms) Marathi: विद्युत अभियांत्रिकी€ (mr) Nedersaksisch: elektrotechnik (nds) Noors: elektroteknikk (no) Nynorsk: elektro (nn) Perzisch: مهندسی برق‚ (fa) Oekraïens: Електротехніка (uk) Pools: elektrotechnika (pl) Portugees: Engenharia elétrica (pt) Roemeens: Electrotehnică (ro) Russisch: Электротехника (ru) Servisch: Електротехника (sr) Singalees: විද්‍යුත් ඉංජිනේරු විද්‍යාව€ (si) Sloveens: elektrotehnika (sl) Slowaaks: elektrotechnika (sk) Spaans: ingeniería eléctrica (es), ingeniería electrónica (es) Thai: วิศวกรรมไฟฟ้า (th) Tsjechisch: elektrotechnika (cs) Turks: Elektrik mühendisliği (tr) Urdu: برقی ہندسیات (ur) Vietnamees: Kĩ thuật điện (vi) Wolof: Xaralaymbëj (wo) Yoruba: Ìmọ̀ iṣẹ́ẹ̀rọ onítanná (yo) Zweeds: elektroteknik (sv)

Gangbaarheid

• Het woord elektrotechniek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "elektrotechniek" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikibooks voor meer informatie.
• Zie Wikipedia voor meer informatie.