balcontact
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: balcontact (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bal·con·tact
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bal zn en contact zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balcontact | balcontacten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het balcontact o
- (sport) keer dat een speler de bal aanraakt
- ▸ Met tien man kon de nummer vijf van de Serie A geen vuist meer maken tegen de ploeg van Zinedine Zidane die het moest doen zonder Karim Benzema en Sergio Ramos. Invaller Rodrygo besliste met zijn eerste balcontact, een prachtige volley, na een uur spelen de wedstrijd.[1]
- ▸ Aanvoerder Glynor Plet zorgde na rust nog wel voor een voorsprong voor de thuisploeg, maar de 36-jarige invaller Jacob Mulenga, die met zijn eerste balcontact binnen de minuut scoorde, maakte er twee namens de bezoekers.[2]
Gangbaarheid
- Het woord balcontact staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Real deelt tik uit aan Inter in Champions League, Gladbach blijft ongeslagen” (Woensdag 25 november 2020, 20:58), NOS
- ↑ Weblink bron “Telstar verkoopt 22.500 kaarten voor leeg stadion, maar Go Ahead wint” (Dinsdag 10 november 2020, 20:52), NOS