contactinformatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·tact·in·for·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van contact zn en informatie zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | contactinformatie | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de contactinformatie v
- data die men nodig heeft om contact met iemand te kunnen opnemen
- ▸ Het delen van die data maakte het voor die bedrijven mogelijk om onder meer contactinformatie te zien van vrienden van Facebookgebruikers, soms zonder dat hier toestemming voor was gegeven.[1]
- ▸ "Het adresboek is het Wilde Westen van data", zegt een anonieme iOS-ontwikkelaar tegen Bloomberg. "Ik kan, zodra de gebruiker toegang geeft tot contactinformatie, deze kopiëren naar een willekeurige server of Dropbox. Apple houdt dit niet in de gaten en ze weten niet waar deze informatie naartoe gaat."[2]
- ▸ De hotels moeten de bandjes uitdelen. Op de bandjes staat een serienummer of contactinformatie van het hotel. Als toeristen dan verdwaald raken of dronken op de vloer van een club liggen, kunnen hulpdiensten snel ontdekken wie de toerist is en waar hij of zij overnacht.[3]
Gangbaarheid
- Het woord contactinformatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “’Strafrechtelijk onderzoek naar delen van data door Facebook met techbedrijven’” (14-03-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Apple verbiedt ontwikkelaars misbruik van adresboekgegevens gebruiker” (13-06-2018), NOS
- ↑ Weblink bron “Polsbandjes voor Thais toeristenvee” (30-09-2014), NOS
