contactgegevens

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tact·ge·ge·vens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contactgegevens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de contactgegevensmv

  1. data die je nodig hebt om met iets of iemand in contact te komen
     Rutte en De Jonge maakten toen onder meer bekend dat de horeca bezoekers moet vragen naar hun naam en contactgegevens, zodat er makkelijker bron- en contactonderzoek kon worden gedaan.[1]
     2500 Nederlanders hebben een brief gekregen van de Autoriteit Financiële Markten dat ze met hun contactgegevens op een internationale bellijst van oplichters staan.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Dringend advies van kabinet: maximaal zes mensen thuis uitnodigen” (8-08-2020), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Paar duizend Nederlanders op bellijst beleggingsoplichters” (13-08-2020), NOS