contactman

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tact·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contactman contactlieden
contactmannen
contactlui
verkleinwoord contactmannetje contactmannetjes

Zelfstandig naamwoord

de contactmanm

  1. iemand die het contact verzorgt tussen twee personen of groepen die elkaar niet fysiek kunnen of mogen treffen
     Uit Groningen is een arrestant gehaald, waarschijnlijk doorgeslagen bij verhoren op het beruchte SD hoofdkwartier, het Scholtenhuis in Groningen. De arrestant herkent Zuiderhof als contactman. Zuidhof moet naar kamp Amersfoort. "De behandeling in Amersfoort was zeer slecht. Geweldig slecht eten en veel sadistische handelingen", noteert hij in een verslag over zijn kampervaringen.[2]
     De informatie die Grisnigt via het morsealfabet naar Engeland moest seinen werd hem aangeleverd. "Ik had een contactadres en een contactman. Ik kende zijn echte naam niet." Via een prikbord in een eethuis wisselden de twee berichten uit. "Zij wisten mijn adres niet, en ik had dat van hun niet."[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron
    Door verslaggever Pauline Broekema
    “Geert Wolter Zuidhof: te veel leed geleden” (Vrijdag 4 mei 2012, 07:50), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Geheim agent stuurt 75 jaar later weer morsebericht naar Engeland” (Donderdag 20 september 2018, 17:59), NOS