contactcenter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tact·cen·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contactcenter contactcenters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het contactcentero

  1. afdeling van een bedrijf of organisatie waar men vragen van klanten of burgers beantwoordt
     Bij het contactcenter van het ministerie van Buitenlandse Zaken zitten 24 uur per dag mensen, die gemiddeld 3000 telefoontjes per dag beantwoorden.[1]
     Uit onderzoek van de NOS blijkt dat duizenden Nederlandse jongeren werkzaam zijn in dit soort klantcontactcentra. Dit doen de jongeren voor bijvoorbeeld Bol.com, Philips en Zalando in Lissabon. Ze zijn vaak tussen de 20 en 30 jaar oud en hebben behoefte aan een tussenjaar.[2]
     Volgens Van Dijkhuizen gaat het nu allemaal veel efficiënter. Vroeger zaten medewerkers te wachten op klanten. Nu op ons contactcenter in Nijmegen; de mensen daar bedienen Whatsapp, telefoon, Twitter, webcam, noem maar op. Dat gaat razend efficiënt, met veel meer expertise ook."[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Wim Kopinga
    “Duizenden Nederlanders jaarlijks in het buitenland in nood: wat doe je dan?” (22-12-2018), NOS
  2. Bronlink Weblink bron
    Vincent Smit
    “Duizenden Nederlandse jongeren werken in buitenlandse callcentra” (16-06-2018), NOS
  3. Bronlink Weblink bron “Online bankieren groeit, ook hypotheekgesprek vaker op afstand” (28-12-2017), NOS