Naar inhoud springen

aanval

Uit WikiWoordenboek
Een aanval van het leger.
  • aan·val
enkelvoud meervoud
naamwoord aanval aanvallen
verkleinwoord aanvalletje aanvalletjes

deaanvalm

  1. een poging de tegenpartij geweld aan te doen of van zijn positie te beroven en daarbij de eigen positie te verbeteren
    • De man werd blind na de aanval door een wild dier. 
    • De aanval is soms de beste verdediging 
     Ze leken geen van beiden erg te hebben in de leeuw, waarvan ook niet precies duidelijk was of hij wel of niet tot de aanval zou overgaan.[2]
     Keer op keer deed de vlieg een aanval op haar neus, en hoewel ze hem telkens wegwuifde bleef hij met grote vasthoudendheid en niet-aflatende energie terugkomen.[3]
  2. (medisch) plotselinge, vaak kortstondige, aandoening bijv. een griepaanval, hartaanval etc.
    • Tijdens het slaapverwekkende college kregen veel leerlingen last van een aanval van slaap. 
     'Ik ben vanavond voor een kort wc- bezoek en verfrissend biertje dit etablissement binnengelopen, maar door een aanval van hypersomnie ben ik wat langer gebleven.'[4]
     Ze gaf over en kreeg aanvallen van diarree.[5]
  3. (figuurlijk) het plotseling en hevig komen opzetten van iets (veelal onaangenaams) in het algemeen
    • Hij kreeg een aanval van woede. 
vervoeging van
aanvallen

aanval

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvallen
    • ... dat ik aanval. 
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]
  1. aanval op website: Etymologiebank.nl
  2. Jessie Burton (vert.Marja Borg)
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  3. Håkan Nesser
    “Het grofmazige net” (2001), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044524048
  4. Safae el Khannoussi
    “Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim op Wikipedia, ISBN 9789493339125
  5. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia, ISBN 90-229-9182-2
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

aanval m

  1. (Hooglimburgs) (medisch) aanval