aanvalsduo
Uiterlijk
- Geluid: aanvalsduo (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvɑlzˌduwo / (4 lettergrepen)
- aan·vals·duo
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvalsduo | aanvalsduo's |
verkleinwoord |
het aanvalsduo o
- (sport) (militair) twee samenwerkende aanvallers
- ▸ Het was voor PSV de ultieme kroon op de jeugdopleiding geweest als Vertessen (sinds 2009 bij de club) en Ihattaren (tussen 2010 en 2021) het aanvalsduo van het eerste elftal hadden gevormd. Het liep echter anders, met het roemloze vertrek van Ihattaren uit Eindhoven.[1]
- ▸ In het vervolg van de wedstrijd drong Atlético met het aanvalsduo Luis Suárez en Antoine Griezmann aan, maar de thuisclub bleef overeind, mede dankzij doelman Fernando Pacheco. Bij counters verzuimden Mamadou N'Diaye en Tomás Pina in kansrijke positie om de marge te verdubbelen.[2]
- Het woord aanvalsduo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Franklin Stoker“Vertessen en Ihattaren, het gewezen droomkoppel: 'Zonde hoe het met Mo gaat'” (07-11-2021), NOS
- ↑ Weblink bron “Real Madrid verspeelt punten, Atlético blameert zich bij Alavés” (25-09-2021), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal