aanvalstrio

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanvalstrio    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈaɱvɑlsˌtrijo / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·vals·trio

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  aanval zn  en  trio zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanvalstrio	aanvalstrio's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aanvalstrio o

1. (sport) groep van drie samenwerkende aanvallers

   ▸ In de rit van bijna 191 kilometer van Vierzon naar Dun-le-Palestel vormden de Belg Thomas De Gendt, de Fransman Alexis Gougeard en de Brit Owain Doull de vroege vlucht. Het aanvalstrio kreeg in de vlakke eerste helft van de etappe een maximale voorsprong van ruim vijf minuten, maar hield geen stand na drie colletjes van de derde categorie.

   ▸ Koud in het veld werd hij bediend door Lucas Moura en schoot hij de bal via doelman Martin Dubravká in de hoek. Trainer Antonio Conte had ondanks de goede vorm van Bergwijn bij Oranje vastgehouden aan zijn vaste aanvalstrio Dejan Kulusevski, Harry Kane en Son Heung-Min.

Gangbaarheid

• Het woord aanvalstrio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.