bomaanval
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bom·aan·val
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bom zn en aanval zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bomaanval | bomaanvallen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bomaanval m
- (militair) aanval met explosieven
- ▸ Het historische centrum werd verwoest door de bomaanval en de branden die daarop volgden. Meer dan 800 mensen kwamen om het leven.[1]
Hyponiemen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bomaanval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Terugblik op het bombardement op Rotterdam” (Donderdag 14 mei 2015, 10:13), NOS