aanvalsopbouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·vals·op·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvalsopbouw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanvalsopbouwm

  1. (sport) (militair) de organisatie en strategie van een offensieve actie
     Aan goede wil ontbrak het de Noren ook na rust niet, al moest het daarbij het vooral van de tomeloze inzet hebben en minder van een doordachte aanvalsopbouw. Hongarije kwam defensief nauwelijks in de problemen en kreeg via Balasz Dzsudzsák een grote kans op de 2-0. Doelman Ørjan Nyland reageerde echter alert op de inzet van de oud-PSV'er.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2022 Weblink bron “Hongarije wint play-offduel in Noorwegen” (12-11-2015), NOS