aanvalsopzet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvalsopzet (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvɑlsˌɔpsɛt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vals·op·zet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvalsopzet | aanvalsopzetten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) (militair) het ontwerp van een offensieve actie
- ▸ Vijf minuten na rust was de wedstrijd al beslist. De aanvalsopzet was mooi, de assist van Klaas-Jan Huntelaar evenzeer en het schot van Wesley Sneijder hard en hoog in het Kazachse doel.[1]
- ▸ Oranje haakte door aanvallende impulsen van Nimir Abdelaziz en een paar solide blokpunten tot halverwege de eerste set aan. Slovenië had daarna goed het oog in de Nederlandse aanvalsopzet, hield het potdicht en drukte vlot door.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aanvalsopzet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Nederland pakt winst in Kazachstan” (10 okotober 2015), NOS
- ↑ Weblink bron “Volleybalmannen komen tekort tegen Slovenië in Nations League” (3 juni 2021), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal