noot
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- noot
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘eetbaar, oliehoudend zaad met harde dop’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285.[1]
- erfwoord: Middelnederlands nōte, ontwikkeld uit Oergermaans *hnut- ‘noot’, ontleend aan een onbekende West-Europese substraattaal; vgl. Iers cnó ‘noot’ en Latijn nux ‘walnoot’.[2] Evenzo Nederduits Nööt, Noot, Duits Nuss en Fries nút.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘muzieknoot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aantekening’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noot | noten |
verkleinwoord | nootje | nootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kookkunst) (voeding) iedere grote, oliehoudende vrucht (of het zaad ervan) met een pit in een al dan niet harde schaal en die in voedsel wordt gebruikt
- ▸ Zo zat er in elke doos ontbijt, lunch en avondeten, maar ook al mijn snacks, repen en noten voor onderweg en papieren landkaarten voor de volgende etappe, nieuw wc-papier en om de 700 kilometer een paar nieuwe schoenen.[3]
- (plantkunde) droge, niet-openspringende, eenzadige, enkelvoudige boomvrucht met verhoute vruchtwand; echte noot
- Beuken en hazelaars brengen noten voort.
- (muziek) een schriftteken voor een geluid van zekere tijdsduur en toonhoogte, een muzieknoot
- In maat twintig verslikte de zangeres zich in al die snelle nootjes.
- Non, je ne regrette rien. Haar stem ging door merg en been. Nog nooit had ik een versie gehoord van dit chanson waar geen enkele noot de juiste was. [4]
- aantekening onder of achter een tekst, een voetnoot
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen

Uitdrukkingen en gezegden
- [2] Een harde noot kraken
Dingen bespreken die moeilijk liggen / Een moeilijke beslissing nemen / Een moeilijk karwei doen
- [3] Veel noten op zijn zang hebben
Veel drukte maken / Veel praatjes over iets hebben
Vertalingen
1. (kookkunst) eetbaar, oliehoudend zaad, kern of pit met harde dop
2. (plantkunde) boomvrucht met verhoute vruchtwand
3. (muziek) een geluid van zekere tijdsduur
Gangbaarheid
- Het woord noot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "noot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 1,2 "noot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ noot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 169
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %