notenmuskaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Notenmuskaat
Uitspraak
Woordafbreking
  • no·ten·mus·kaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord notenmuskaat -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

notenmuskaat v / m

  1. (specerij) gemalen kern van de vrucht nootmuskaatboom Myristica fragrans op Wikispecies
     Heden ten dage zijn we vertrouwd met het gebruik van notenmuskaat in allerhande bereidingen. We appreciëren haar aromatische geur en haar prikkelende smaak.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Middelnederlandsch Woordenboek
  3. Vroegmiddelnederlands Woordenboek
  4. Bronlink geraadpleegd op 20 juli 2021 Weblink bron
    G. Vlieghe-Steps
    Een snuifje muskaatnoot in: Biekorf., jrg. 75 nr. 1/2 (januari/februari 1974), E. Vercruysse en Zoon, St.-Andries, p. 39