notenboom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·ten·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord notenboom notenbomen
verkleinwoord notenboompje notenboompjes

Zelfstandig naamwoord

de notenboomm

  1. (plantkunde) een boomsoort uit het geslacht Juglans
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be