nootmuskaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • noot·mus·kaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nootmuskaat -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de nootmuskaatv / m

  1. (plantkunde) zaad van de nootmuskaatboom Myristica fragrans op Wikispecies
  2. (specerij) gepeld (en gemalen) zaad van de nootmuskaatboom Myristica fragrans op Wikispecies
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen