hoofdnoot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hoofd·noot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd zn en noot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdnoot | hoofdnoten |
verkleinwoord | hoofdnootje | hoofdnootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (muziek) belangrijkste, overheersende muzieknoten in een muziekstuk of akkoord
- Met de elektro-mechanische pianola konden Honing en Desain een paar jaar geleden onomstotelijk vaststellen dat speelsnelheid van voorslagen (korte versieringsnootjes voor een 'hoofdnoot') in pianomuziek aan geheel eigen wetten gehoorzaamt. [1]
- Mintz leek die halve eeuw vooral aan zijn snelheid te hebben gewerkt. Zuiverheid en communicatie moesten het veelal ontgelden en vooral zijn toon: hele passages verwerden tot een supersonisch gekras in alleen nog metronomisch exacte zestienden. Muzikale hoofd- en bijzaken werden soms haast karikaturaal van elkaar gescheiden: de hoofdnoten met een volle klank, de rest ondergedompeld in de mist. [2]
- Mooi is de passage over de muzikale terminologie van de parfumeur (hoofdnoten, hartnoten en basisnoten), die aan zijn ‘geurorgel’ (een bureau met verdiepingen vol notenmateriaal) zijn reukwerken componeert. [3]
Gangbaarheid
- Het woord 'hoofdnoot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoofdnoot" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Hendrik Spiering 13 september 1997 Muziek is geen geluid; 'music mind machine' onderzoekt de menselijke muzikaliteit
- ↑ NRC Jochem Valkenburg 22 oktober 2007 Mintz’ Paganini met te veel gekras
- ↑ NRC 14 juli 2016 Ruik, maar geniet met mate
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be