galnoot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gal·noot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord galnoot galnoten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de galnootv / m

  1. (plantkunde) gezwel op de blaadjes van een eik als de galwesp daar haar eitjes in heeft gelegd
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen