broek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- broek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘laag drassig land’ voor het eerst aangetroffen in 918 [1]
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broek | broeken |
verkleinwoord | broekje | broekjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) een kledingstuk met twee afzonderlijke pijpen voor beide benen
- Ook bij de elegante, wijde pantalons met korte jasjes die de afgelopen week voortdurend voorbij kwamen op de catwalks in Milaan en Parijs - het moet raar lopen, wil de broek met rechte, wijde pijpen geen succes worden - gingen de gedachten geregeld naar Lanvin. Lanvin is een referentiepunt geworden in de mannenmode.[3]
- ▸ Het water werd langzaam bruin en mijn kleren weer schoon. Ik wrong alles uit en hing mijn druipende shirt, sokken en broek op het balkon.[4]
- (valkerij) de vederen die de onderbuik en het halve loopbeen bedekken en in rust vaak de hele poot
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Met iets moeilijks, onaangenaams e.d. opgescheept worden/zijn
Een te grote mond hebben, aanmatigend zijn
Erg bang zijn (waarbij men soms ook letterlijk urine/ontlasting verliest)
Iemand nauwlettend in de gaten houden of opjagen
Dit vind ik belachelijk
|
Vertalingen
1. een kledingstuk met twee afzonderlijke pijpen voor beide benen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broek | |
verkleinwoord |
[B] broek o
- een moerassig gebied, moeras
- Vanaf Asten liep vroeger een voetpad door het broek van Asten, Ommel en Vlierden richting Brouwhuis en Helmond.[5]
Gangbaarheid
- Het woord broek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "broek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "broek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ In dat geval is broek ook verwant met het Latijnse suffrāgō, BROEK (KLEDINGSTUK), etymologiebank.nl
- ↑ Milou van Rossum NRC 26 januari 2016
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ DE VONDER, september 2016
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Valkerij in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %