pyjamabroek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pyjamabroek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- py·ja·ma·broek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pyjama en broek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pyjamabroek | pyjamabroeken |
verkleinwoord | pyjamabroekje | pyjamabroekjes |
Zelfstandig naamwoord
- De (lange) wijde broek die samen met een pyjamajasje een pyjama vormt
- Tijdens een pyjamadag heb ik de hele dag een pyjamabroek aan.
Gangbaarheid
- Het woord pyjamabroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.