binnen
Uiterlijk
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | binnen | |
persoonlijk | erbinnen | |
aanwijz. | nabij | hierbinnen |
veraf | daarbinnen | |
vragend/betrekk. | waarbinnen |
- bin·nen
- In de betekenis van ‘bijwoord van plaats’ voor het eerst aangetroffen in 1201 [1]
=
|
binnen
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord hierbinnen
- Hier liggen maar twee straten binnen.
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord binnenkomen
- Hij kwam de kamer binnen.
- te binnen schieten: herinneren
- Het schoot me nog net op tijd te binnen dat ik nog een afspraak had.
- van binnen: aan de binnenkant, in jezelf
- De dikke, ruwe man was van binnen eigenlijk een heel lieve man.
- Het prachtige huis was van binnen een ruïne.
binnen
- in een bepaald bestek of ruimte
- Deze straat ligt binnen de grachtengordel.
- in een bepaalde tijd
- wij verwachten binnen een week uitsluitsel over deze kwestie
- Binnen zijn
zoveel verdiend hebben dat iemand niet meer hoeft te werken
- De aap binnen hebben
het geld ontvangen hebben
- Het paard van Troje binnen halen
Ongemerkt de vijand binnen halen
- Voor de bui binnen zijn
voordat het slecht werd genoeg verdiend hebben
- Het woord binnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "binnen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijwoord in het Nederlands
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Voorzetsel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %