binnenslepen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: binnenslepen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbɪnə(n)ˌslepə(n)/
Woordafbreking
- bin·nen·sle·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen bw en slepen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
binnenslepen |
sleepte binnen |
binnengesleept |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
binnenslepen
- overgankelijk over een oppervlak ergens in trekken
- Hij zag de struikrovers hun buit het rovershol binnenslepen.
- overgankelijk (scheepvaart) (van een vaartuig) door een ander vaartuig voortgetrokken in de haven brengen
- Het grote containerschip liet zich door twee sleepboten binnenslepen.
- overgankelijk (figuurlijk) een gewenst resultaat in competitie behalen
- Als we onze prijs 10 procent verlagen, gaan we deze opdracht binnenslepen.
Gangbaarheid
- Het woord binnenslepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal