binnenband
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Binnenbanden van een fiets
Uitspraak
- Geluid: binnenband (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɪnə(n)ˌbɑnt / (3 lettergrepen); /ˈbɪnənˌbɑnt/
Woordafbreking
- bin·nen·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen en band
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenband | binnenbanden |
verkleinwoord | binnenbandje | binnenbandjes |
Zelfstandig naamwoord
binnenband m
- (techniek) binnenste band, de band waarin de lucht aanwezig is
- Gister reed ik door glas, maar alleen mijn buitenband is beschadigd. Aan mijn binnenband zie je niks, dus ik kan nog gewoon fietsen.
Vertalingen
1. binnenste band, de band waarin de lucht aanwezig is
Gangbaarheid
- Het woord binnenband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "binnenband" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %