Nederlands

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

ISO 639-3
nld
volledig
und:ine:gem:gmw:nld
bestand
Uitspraak
Woordafbreking
  • Ne·der·lands
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Nederlands -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

Nederlands o

  1. (taal) Westgermaanse taal die gesproken wordt in Nederland, Vlaanderen, Suriname en op de Antillen
    • Voor Duitssprekende mensen is het Nederlands vaak een makkelijk te leren taal. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Nederlands Nederlandser Nederlandst
verbogen Nederlandse Nederlandsere Nederlandste
partitief Nederlands Nederlandsers -

Bijvoeglijk naamwoord

Nederlands

  1. (demoniem) met betrekking tot Nederland of de Nederlandse taal
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid


Afrikaans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

Nederlands

  1. (taal) Nederlands

Bijvoeglijk naamwoord

Nederlands

  1. (demoniem) Nederlands


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ne·der·lands
Naar frequentie zeldzaam

Eigennaam

Nederlands

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van [[Nederland#{{|no=1}}|Nederland]][[Categorie:Eigennaamsvorm in het {{{{{2}}}|no=1}}]]


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ne·der·lands

Eigennaam

Nederlands

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van [[Nederland#{{|no=1}}|Nederland]][[Categorie:Eigennaamsvorm in het {{{{{2}}}|no=1}}]]


West-Vlaams

Woordafbreking
  • Ne·der·lands

Eigennaam

Nederlands o

  1. (taal) een Germaanse taal die veel gesproken wordt in Nederland en Vlaanderen