Nederlandse

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Nederlandse    (hulp, bestand)
• IPA:
  • (Noord-Nederland): /ˈne.dər.ˌlɑn.tsə/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ˈne.dər.ˌlɑn.tsə/
  • (Limburg): /ˈne.dər.ˌlɑnd.sə/

Woordafbreking

• Ne·der·land·se

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van Nederlands met het achtervoegsel -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Nederlandse	Nederlandsen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

Nederlandse v

1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Nederland

Verwante begrippen

Demoniemen bij Nederland in het Nederlands
inwoner: Nederlander • inwoonster: Nederlandse • bijvoeglijk: Nederlands

Vertalingen

    1. een vrouwelijke inwoner van Nederland   

Duits: Niederländerin (de) v Engels: Dutchwoman (en) Frans: Néerlandaise (fr) v Japans: オランダの (ja) (Orandano)

Nedersaksisch: Nederlaandse (nds) Tsjechisch: Nizozemka (cs) v Zweeds: nederländska (sv) g

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Bijvoeglijk naamwoord

Nederlandse

1. verbogen vorm van de stellende trap van Nederlands

Gangbaarheid

• Het woord Nederlandse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.