Surinaams-Nederlands

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Surinaams-Nederlands    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌsyriˈnams ˈnedərˌlɑnts / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• Su·ri·naams-Ne·der·lands

Woordherkomst en -opbouw

• zn: samenstelling van  Surinaams bn  en  Nederlands zn  geschreven met twee hoofdletters en een koppelteken volgens spellingregel 16.I onder (1)
• bn: samenstelling van  Surinaams bn  en  Nederlands bn  geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.D

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Surinaams-Nederlands	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het Surinaams-Nederlands o

1. (taal) Nederlands dat kenmerkend is voor Suriname

   ▸ Zo kent het Surinaams-Nederlands andere `regels' voor het uitdrukken van de verleden tijd, en worden is en zijn soms anders gebruikt, net als de toekomende tijd met zullen en gaan.

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	Surinaams-Nederlands	Surinaams-Nederlandser	Surinaams-Nederlandst
verbogen	Surinaams-Nederlandse	Surinaams-Nederlandsere	Surinaams-Nederlandste
partitief	Surinaams-Nederlands	Surinaams-Nederlandsers	-

Bijvoeglijk naamwoord

Surinaams-Nederlands

1. betrekking hebbend op wat zowel Surinaams als Nederlands is

   ▸ Zo ben ik naast trans ook Surinaams-Nederlands, non-binair, geboren in Arnhem. Al die dingen hebben invloed op wie iemand is en wat voor kansen iemand krijgt.

Gangbaarheid

• Het woord Surinaams-Nederlands staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.