arend
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- arend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arend | arenden |
verkleinwoord | arendje | arendjes |
Zelfstandig naamwoord
arend m
- (havikachtigen) dagactieve, middelgrote tot grote roofvogel met brede vleugels, stevige snavel en scherpe klauwen. Arenden werden en worden veel gebruikt als symbool door landen en organisaties, omdat ze macht, schoonheid en onafhankelijkheid zouden uitstralen
Synoniemen
- [1,2] adelaar
Anagrammen
Verwante begrippen
- Afrikaanse havikarend, Afrikaanse zeearend, Afrikaanse zwarte kuifarend, Amerikaanse zeearend, Amerikaanse zwarte arend, andamanenslangenarend, andeskuifarend, apenarend, Australische dwergarend, Australische visarend, Ayres' havikarend, Aziatische kuifarend, bastaardarend, Beaudouins slangenarend, Blyths kuifarend, bonte kuifarend, bruine slangenarend, Cassins kuifarend, celebeskuifarend, celebesslangenarend, centenario-arend, Congolese slangenarend, dwergarend, Filipijnse slangenarend, floreskuifarend, grijze slangenarend, groot-nicobarslangenarend, grote rivierarend, Haasts arend, harpijarend, havikarend, Indische kuifarend, Indische schreeuwarend, Indische slangenarend, Indische zwarte arend, Javaanse kuifarend, keizerarend, kinabaluslangenarend, kleine grijze slangenarend, kleine kuifarend, kleine rivierarend, kransarend, kroonarend, kuifarend, Legges kuifarend, madagaskarslangenarend, madagaskarzeearend, midden-nicobarslangenarend, Molukse arend, Noord-Filipijnse kuifarend, papoeadwergarend, roodbuikdwergarend, Sanfords zeearend, savannearend, schreeuwarend, slangenarend, Spaanse keizerarend, steenarend, Stellers zeearend, steppearend, vechtarend, visarend, Wahlbergs arend, wigstaartarend, witbandzeearend, witbuikzeearend, wurgarend, zeearend, Zuid-Filipijnse kuifarend, zwart-witte kuifarend, zwartborstslangenarend, zwarte arend, zwarte kuifarend
Hyponiemen
- basterdarend, bijenarend, bosarend, buitelarend, gierarend, goudarend, keizersarend, koningsarend, mannetjesarend, rivierarend, ruigpootarend
Afgeleide begrippen
- arendbuizerd, grijze arendbuizerd, zwarte arendbuizerd
- arend-jans, arendgier, arendgulden, arendploeg, arendsbeen, arendsblik, arendschot, arendsei, arendshorst, arendshout, arendsjong, arendskieken, arendsklauw, arendskop, arendsneb, arendsnest, arendsneus, arendsoog, arendspen, arendspluim, arendsschacht, arendssneb, arendssteen, arendsvaren, arendsveder, arendsveer, arendsvlerk, arendsvleugel, arendsvlucht, arendswiek, arenduil, arendvis, arendvogel
Uitdrukkingen en gezegden
- Een arend vangt geen vliegen.
Wie zelf in een hoge positie is, strijdt niet tegen minderwaardige personen
- Waar een dood lichaam is, verzamelen zich de arenden.
Vertalingen
1. roofvogel
Werkwoord
vervoeging van: | aren |
verbogen vorm: | arende |
arend
Gangbaarheid
- Het woord arend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "arend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "arend" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ arend op website: Etymologiebank.nl
- ↑ s:GNU Matthéüs#Mattheus 24
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arend | arende |
Zelfstandig naamwoord
arend
- (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Achterhoeks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arend | arenden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
arend
- (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels
Synoniemen
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arend | arenden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
arend
- (havikachtigen) adelaar, arend; naam voor een aantal geslachten van grote roofvogels
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Havikachtigen in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Havikachtigen in het Afrikaans
- Vogels in het Afrikaans
- Woorden in het Achterhoeks
- Zelfstandig naamwoord in het Achterhoeks
- Havikachtigen in het Achterhoeks
- Vogels in het Achterhoeks
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Havikachtigen in het Nedersaksisch
- Vogels in het Nedersaksisch