ander
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·der
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelnederlands ander van Oudnederlands andar, als telwoord in de betekenis van ‘de tweede, niet dezelfde’ aangetroffen vanaf 701 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ander | anderen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ander m
- diegene die je niet zelf bent
- Dat laat ik aan anderen over.
- diegene die niet eerder genoemd is
- ▸ Sommigen gingen wat eten en anderen zaten zwijgend voor zich uit te staren.[3]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Anagrammen
Uitdrukkingen en gezegden
wanneer je samenwerkt en elkaar helpt, is hetgeen gebeuren moet sneller gedaan
wat voor de één een nadeel is, daar profiteert een ander van
wanneer iemand helpt, doet men graag iets terug
het slecht beheren van geld door met de ene schuld de andere af te lossen
iets (een raad e.d.) wel horen maar het vervolgens meteen weer vergeten; gezegd van hardleerse personen aan wie hetzelfde steeds weer opnieuw moet worden verteld
als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug
je kan het slachtoffer worden van je eigen snode plannen
wie de problemen van een ander ziet weet hoe die moet handelen en voorkomt eigen schade zonder dat het hem zelf wat kost
zich vergelijken met een ander
|
Vertalingen
stellend | |
---|---|
onverbogen | ander |
verbogen | andere |
partitief | anders |
Bijvoeglijk naamwoord
ander
- niet deze
- De broek heeft een andere kleur dan deze trui.
- ▸ Met het oog op de ontwerptijd en andere vertragingen kon het geen kwaad om nu al in de startblokken te gaan staan.[4]
- een of ander: het maakt niet uit
- Geef mij maar een of ander koekje het maakt mij allemaal niets uit.
- het een en ander:dit en wat anders
- We kregen het een en ander te horen van de baas, maar lang niet alles.
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
- andere katten te geselen hebben
- een andere toon aanslaanop een andere manier gaan praten
- het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groenermen denkt dat anderen geen problemen hebben
- langs de andere kant
- over een andere boeg gooienop een andere manier iets proberen
- uit een ander vaatje tappenhet gedrag tegenover iemand sterk wijzigen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. niet deze
Gangbaarheid
- Het woord ander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ander" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ ander op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "ander" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Middelnederlands
Bijvoeglijk naamwoord
ander
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Middelnederlands
- Woorden in het Middelnederlands van lengte 5
- Bijvoeglijk naamwoord in het Middelnederlands