narde
Uiterlijk
- nar·de
vervoeging van |
---|
narren |
narde
- enkelvoud verleden tijd van narren
- Ik narde.
- Jij narde.
- Hij, zij, het narde.
- Ik narde.
- Het woord narde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
narde
- verouderde spelling of vorm van nardus tot 2005
narde
- verouderde spelling of vorm van nardus tot 2005
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Oude spelling van het Noors van voor 2005
- Verouderd in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 5
- Oude spelling van het Nynorsk van voor 2005
- Verouderd in het Nynorsk