slangenarend
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- slan·gen·arend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slangenarend | slangenarenden |
verkleinwoord | slangenarendje | slangenarendjes |
Zelfstandig naamwoord
de slangenarend m
- (havikachtigen) Circaetus gallicus een vogel uit de familie van havikachtigen (Accipitridae)
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- andamanenslangenarend, Beaudouins slangenarend, bruine slangenarend, celebesslangenarend, Congolese slangenarend, Filipijnse slangenarend, grijze slangenarend, groot-nicobarslangenarend, Indische slangenarend, kinabaluslangenarend, kleine grijze slangenarend, madagaskarslangenarend, midden-nicobarslangenarend, zwartborstslangenarend
Gangbaarheid
- Het woord slangenarend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.