pastelgeel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·tel·geel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pastelgeel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het pastelgeelo

  1. (RAL-kleur) een kleur geel met RAL-nummer 1034.
    • Heeft u die ook in het pastelgeel? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen pastelgeel pastelgeler pastelgeelst
verbogen pastelgele pastelgelere pastelgeelste
partitief pastelgeels pastelgelers -

Bijvoeglijk naamwoord

pastelgeel

  1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur geel, met RAL-nummer 1034.
    • Hij rijdt in een pastelgele auto. 
Vertalingen

Naamwoorden die kleuren aangeven kunnen afhankelijk van de taal puur zelfstandig (z) of puur bijvoeglijk (b) zijn. Vaak echter zijn zij in principe zelfstandig maar worden zij ook bijvoeglijk gebruikt (z/b) of juist het omgekeerde (b/z)

Gangbaarheid