narcissengeel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nar·cis·sen·geel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van narcis en geel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | narcissengeel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
narcissengeel o
- (RAL-kleur) een kleur geel met RAL-nummer 1007.
- Heeft u die ook in het narcissengeel?
stellend | |
---|---|
onverbogen | narcissengeel |
verbogen | narcissengele |
Bijvoeglijk naamwoord
narcissengeel
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur geel, met RAL-nummer 1007.
- Hij rijdt in een narcissengele auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'narcissengeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- RAL-kleur in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal