leembruin
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leem·bruin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leem en bruin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leembruin | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
leembruin o
- (RAL-kleur) een kleur bruin met RAL-nummer 8003.
- Heeft u die ook in het leembruin?
stellend | |
---|---|
onverbogen | leembruin |
verbogen | leembruine |
Bijvoeglijk naamwoord
leembruin
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur bruin, met RAL-nummer 8003.
- Hij rijdt in een leembruine auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'leembruin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.