briljantgeel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bril·jant·geel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van briljant en geel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | briljantgeel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
briljantgeel o
- (RAL-kleur) een kleur geel met RAL-nummer 1026.
- Heeft u die ook in het briljantgeel?
stellend | |
---|---|
onverbogen | briljantgeel |
verbogen | briljantgele |
Bijvoeglijk naamwoord
briljantgeel
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur geel, met RAL-nummer 1026.
- Hij rijdt in een briljantgele auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'briljantgeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.