liggen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lig·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘uitgestrekt zijn, zich bevinden’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
|
|
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
liggen /'lɪɣə(n)/ |
lag /lɑx/ |
gelegen /ɣə'leɣə(n)/ |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
liggen
- inergatief zich horizontaal in toestand van rust gelegd hebben
- Hij heeft een tijdje op bed gelegen.
- ▸ In een urinoir kan het ook soms moeilijk zijn om met iemand naast je te plassen. Hier was het nog lastiger omdat er twee mensen naast mij lagen, waarvan één tot overmaat van ramp de enige aanwezige vrouw was.[2]
- ergatief op een bepaalde plaats bevinden
- Dat is mooi gelegen daar.
- ▸ Ik filterde zo snel mogelijk een liter water voor mijn avondmaal en zocht een wat hogerop gelegen plek in de hoop daar wat minder last van de insecten te hebben.[2]
- ▸ Het was een ijskoude nacht en ik werd meerdere malen bibberend wakker. Verbaasd zag ik de volgende ochtend dat er een dun laagje ijs op mijn tent lag.[2]
- overgankelijk tamelijk prettig worden gevonden door
- De filmster heeft altijd al van zingen en dansen gehouden, dus musicals liggen hem eigenlijk wel, maar avond aan avond optreden, dat ligt hem niet zo.
- hulpwerkwoord ~ te: duratief hulpwerkwoord: iets doen terwijl men ligt
- Hij lag vredig te dromen toen de bliksem insloeg.
- Hij heeft daar nog lang over liggen nadenken.
Synoniemen
- [3] bevallen
Verwante begrippen
[2] (van mensen) wonen
- Een soldaat ligt in een kazerne.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
[1] Voor de hand liggen.
- Vanzelfsprekend zijn.
[1] Dubbel liggen; krom liggen van het lachen.
[1] Iemand goed liggen hebben.
- Iemand op een bedrieglijke manier behandelen; een poets bakken, beet nemen
Opmerkingen
- [3] In samengestelde tijden vervalt te.
Vertalingen
1. zich horizontaal in toestand van rust gelegd hebben
2. op een bepaalde plaats bevinden
Gangbaarheid
- Het woord liggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "liggen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ "liggen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 2,2 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ https://web.archive.org/web/20110117031134/http://www.woorden-boek.nl/woord/dubbel
- ↑ http://books.google.de/books?id=mmhHk5jJDwUC&lpg=PA54&ots=v2b7IQzUMl&dq=%22dubbel%20liggen%22%20lachen&pg=PA54#v=onepage&q=%22dubbel%20liggen%22%20lachen&f=false
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Werkwoord
liggen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Sterk werkwoord klasse 5 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Hulpwerkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Nedersaksisch
- Werkwoord in het Nedersaksisch