stilliggen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stilliggen (hulp, bestand)
- IPA: /stɪlɪxə(n)/
Woordafbreking
- stil·lig·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stil bw en liggen ww
Werkwoord
stilliggen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stilliggen |
lag stil |
stilgelegen |
klasse 5 | volledig |
- in liggende houding niet meer bewegen
- Als de omstandigheden moeilijk zijn, rollen ze zich op tot een gesloten vorm, schakelen ze hun metabolisme uit en wachten ze op betere tijden. In die staat kun je ze in kokend water laten vallen of ze tot het absolute nulpunt bevriezen—dat is de temperatuur waarop zelfs atomen stilliggenen als het lijden voorbij is en ze naar een prettiger omgeving zijn teruggekeerd, ontrollen ze zich weer en gaan ze hun gewone gangetje. [2]
- In het ziekenhuis bleek hij een stabiele breuk in het onderste deel van zijn wervelkolom te hebben opgelopen. "Op zich gaat het wel. Ik lig op m'n rug en dat zal ik de komende dagen moeten doen. Het is vooral stilliggen. Ik heb een stabiele breuk, dus een operatie is niet nodig en er is ook geen gevaar voor uitval."[3]
- niet meer actief zijn, buiten bedrijf gesteld zijn
- Daar algehele vasoconstrictie (verhoogde vaatweerstand) kan leiden tot weefselhypoxie zijn de gevolgen daarvan terug te vinden in een functieverlies van het betreffende orgaan. Zo zullen de nieren minder urine produceren, de hersenen een afgenomen bewustzijn vertonen, de maag en darmen stilliggen, de spieren koud en stijf worden, enzovoort. Het is uiterst belangrijk dat deze klinische signalen vroegtijdig worden opgemerkt. [4]
- Tihange 1 was midden september stilgelegd voor een onvoorziene herstelling gevolgd door een gepland onderhoud. Tihange 1 bestaat uit twee reactoren van elk 481 MW.[5]
Synoniemen
Vertalingen
1. niet meer actief zijn
Gangbaarheid
- Het woord stilliggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "stilliggen" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Bryson, BillEen kleine geschiedenis van bijna alles Vertaald door Servaas Goddijn [2015] ISBN 978-90-450-2987-0 pagina 471
- ↑ Tubantia 9 juli 2017
- ↑ Bakker, MarcProactive nursing 2013 ISBN 978-90-5931-969-1 pagina 87
- ↑ de Standaard 20 november 2017
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 5 in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %