post

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: post-Post


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • post
Woordherkomst en -opbouw
[1, 2] enkelvoud meervoud
naamwoord post -
verkleinwoord - -
[3-5] enkelvoud meervoud
naamwoord post posten
verkleinwoord postje postjes

Zelfstandig naamwoord

post v/m [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20]

  1. toegezonden materiaal, zoals brieven; poststuk - poststukken
    • Maak jij de post even open? 
  2. (bedrijfskunde) de posterijen en hun werknemers
    • Hij werkt bij de post. 
  3. (financieel) een boekhoudkundige term voor een geboekt (aantal) bedrag(en), uren of andere administratieve eenheden
    • Wilt u een openstaande post afboeken? 
  4. (bouwkunde) de stijl / het kader van een deur of raam
  5. een plek waar iemand gestationeerd is
  6. (internet) een (meestal kort) tekstbericht op een internetforum
  7. (economie) betrekking [2], dienstverband
     Want de arbeidersmeerderheid had het probleem dat ze geen opgeleide mensen hadden voor alle bureaucratische en politieke posten.[21]
Synoniemen
Hyponiemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
posten

post

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van posten
  2. gebiedende wijs van posten

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[22]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

post

  1. paal
Anagrammen


Latijn

Voorzetsel

pŏst + accusatief

  1. achter
  2. na
    «Post bellum.»
    Na de oorlog.

Bijwoord

post

  1. daarna, later
  2. achteraan


Pools

Uitspraak
Woordafbreking
  • post
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *postъ

Zelfstandig naamwoord

post monbezield

  1. (religie) vasten


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • post

Zelfstandig naamwoord

post monbezield

  1. (spreektaal) hoge positie
    «Nově zvolený americký prezident Donald Trump oznámil, že na post ministra obrany jmenuje příští týden generála ve výslužbě Jamese Mattise.»
    De nieuw gekozen Amerikaanse president Donald Trump maakte bekend, dat hij op de post Minister van Defensie volgende week generaal in dienst James Mattis benoemt.
  2. (sport)(spreektaal) positie; plaats en functie van een speler in het veld
  3. (religie)(dialect) vasten
  4. (verouderd) arbeidsplaats, baan; beroep, werk
Verbuiging
Synoniemen
  1. křeslo o, funkce v
  2. půst monbezield

Zelfstandig naamwoord

post mbezield

  1. (verouderd)(spreektaal) een geüniformeerde man die op wacht staat
Verbuiging



Afgeleide begrippen


Wymysoojs

Zelfstandig naamwoord

post

  1. (religie) vasten
Synoniemen