briefpost

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brief·post
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord briefpost briefposten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de briefpostv / m

  1. brieven die via de post verstuurd worden; post die bestaat uit brieven
     Zo'n monopolie zou PostNL straks ook hebben op de zakelijke markt voor briefpost. Van de 2,5 miljard poststukken die PostNL en Sandd nu nog bezorgen, komt slechts 7 procent van particulieren. De rest is zakelijke post.[1]
     Om het bedrijf winstgevend te maken moest het wel afslanken, volgens Rombaut. "De laatste jaren zijn de meeste medewerkers die met pensioen gingen, niet vervangen door nieuwe medewerkers, of ze zijn vervangen door goedkopere krachten. Zo transformeerde het van een oud en log overheidsbedrijf naar een modern beursgenoteerd bedrijf. Ondanks de afname van de briefpost blijft het bedrijf zo winstgevend."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Bedrijven bang voor hogere tarieven PostNL” (Maandag 25 februari 2019, 17:43), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “'Belgische Bpost wil PostNL overnemen'” (Vrijdag 27 mei 2016, 13:43), NOS