missiepost

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

missiepost in Indonesië
Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·sie·post
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord missiepost missieposten
verkleinwoord missiepostje missiepostjes

Zelfstandig naamwoord

de missiepostv / m

  1. (religie) een vestiging vanwaaruit men probeert ongelovigen te bekeren
    • Toen we jagers waren, toen was het goed en toen waren we tevreden. Wie goed luistert, kan deze leuze in allerlei varianten terughoren in veel discussies, over oerdieet, seksualiteit of kantoorjungle. Daarom is Dirk Vlasblom gaan kijken of het echt een pretje was om jager-verzamelaar te zijn. Niet natuurlijk. Verderop in deze bijlage beschrijft hij zijn bevindingen. Onthutsend is de slechte kwaliteit van het onderzoek waaruit de beroemde stelling zou blijken dat jagersverzamelaars nauwelijks hoefden te werken voor een goedgevulde maag. Deelnemende jagers kregen regelmatig extra eten toegestopt door missieposten. Gegevens uit de rijke natte tijd werden als typerend beschouwd, de armzalige en hongerige droge tijd werd buiten beschouwing gelaten. Ja, dat mocht je willen, zegt dan de geoefende antropoloog. In werkelijkheid was het leven een stuk moeilijker dan gedacht, of liever gezegd: gedroomd.[2] 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Hendrik Spiering 8 september 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be