later

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·ter

Bijvoeglijk naamwoord

later

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van laat
stellend
onverbogen later
verbogen latere
partitief laters

Bijvoeglijk naamwoord

later [1]

  1. verder verstreken in de tijd, nieuwer
  2. na verloop van zekere tijd
     Jaren later liep ik op mijn 42ste de 88 Tempels Trail, een pelgrimstocht van 1.300 kilometer door Japan.[2]
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Hoe later op de avond hoe schoner volk
Vertalingen

Bijwoord

later

  1. op een tijd die in de toekomst ligt ten opzichte van het besprokene
    • Dat zul je later wel begrijpen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Bijwoord

later

  1. straks