postadres

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • post·adres
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord postadres postadressen
verkleinwoord postadresje postadresjes

Zelfstandig naamwoord

het postadreso

  1. adres waarop iemand zijn post wil ontvangen
     Minister Micky Adriaansens van Economische Zaken wil dat eenmanszaken hun vestigingsadres straks volledig kunnen afschermen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Ondernemers moeten als alternatief dan wel een postadres registreren. KVK schermt nu al op verzoek af bij een vermoeden van dreiging.[1]
  2. adres waarop men post kan laten bezorgen
     Ik had verschillende postadressen gevonden van afgelegen boerderijen, hostels en postbussen die op een paar kilometer van de trail lagen.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 juni 2022 Weblink bron “Minister wil dat eenmanszaken adres kunnen afschermen bij KVK” (Woensdag 29 juni 2022), NU.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be