zondags
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zon·dags
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | zondags |
verbogen | zondagse |
partitief | zondags |
Bijvoeglijk naamwoord
zondags
- (tijdrekening) op de zondag betrekking hebbend
- Lekker onbezorgd een zondags terrasje doen in Leuven!
Bijwoord
zondags
- (tijdrekening) op zondagen
- We gaan zondags meestal winkelen.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord zondags staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zondags" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -s in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Tijdrekening in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %