's dinsdags

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 's dins·dags
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

's dinsdags

  1. (tijdrekening) (verouderd) op dinsdagen
    • Hij ging 's dinsdags vaak naar de markt. 
     Veel besmettingen uit het weekend worden 's dinsdags doorgegeven.[1]
Synoniemen
Opmerkingen
  • Omdat de opeenvolging sd aan het begin van een lettergreep in het Nederlands niet gemakkelijk is uit te spreken, worden 's dinsdags en 's donderdags meestal verder verkort tot dinsdags en donderdags. [2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 16 april 2021 Weblink bron “RIVM: 4873 nieuwe coronabesmettingen, daling zet door” (16 november 2020) op parool.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 april 2021 Weblink bron “’s Zaterdags / zaterdags” (28 januari 2020) op onzetaal.nl