zondagvoormiddag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·dag·voor·mid·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zondagvoormiddag zondagvoormiddagen
verkleinwoord zondagvoormiddagje zondagvoormiddagjes

Zelfstandig naamwoord

de zondagvoormiddagm

  1. (tijdrekening) op zondag de tijd aan het begin van de middag of in het eerste deel van de zondagmiddag
  2. (tijdrekening) op zondag de tijd voor 12:00, de zondagochtend
Verwante begrippen

Gangbaarheid