zondagvoormiddag
Uiterlijk
- zon·dag·voor·mid·dag
- samenstelling van zondag en voormiddag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zondagvoormiddag | zondagvoormiddagen |
verkleinwoord | zondagvoormiddagje | zondagvoormiddagjes |
de zondagvoormiddag m
- (tijdrekening) op zondag de tijd aan het begin van de middag of in het eerste deel van de zondagmiddag
- (tijdrekening) op zondag de tijd voor 12:00, de zondagochtend
- Het woord zondagvoormiddag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.