zaterdagsmorgens

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·ter·dags·mor·gens
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

zaterdagsmorgens

  1. (tijdrekening) geregeld op de ochtenden van de zaterdagen
    • Zij gingen zaterdagsmorgens meestal bridgen. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid