dam
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Universeel
Woordherkomst en -opbouw
Symbool
dam
- (natuurkunde), (wiskunde), (eenheid) het symbool voor decameter, een lengte van 10 meter of 0,01 kilometer
Verwante begrippen
eenheden van lengte |
---|
ym • zm • am • fm • pm • nm • μm • mm • cm • dm • m • dam • hm • km • Mm • Gm • Tm • Pm • Em • Zm • Ym |
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- dam
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘waterkering’ voor het eerst aangetroffen in 1165 [1]
- m: (erfwoord) van Middelnederlands en Oudnederlands [2]
- v: mogelijk via Frans dame van Spaans dama [3]
[1-2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | dam | dammen |
verkleinwoord | dammetje | dammetjes |
Zelfstandig naamwoord
[3] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | dam | dammen |
verkleinwoord | dammetje | dammetjes |
dam
- m: (waterbeheer) een relatief smalle, massieve bodemophoging in een waterweg om wegverkeer tussen de oevers mogelijk te maken en/of ter bescherming tegen overstromingen
- m: (waterbeheer) een vaste waterkering, aangelegd voor de waterbeheersing en doorgaans voorzien van regelbare doorlaatopeningen of sluizen
- v/m: (spel) (bij het damspel) twee gestapelde schijven.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- [1] dijk, golfbreker, havenhoofd, landhoofd, pier, stuwmeer, talud, wal
Uitdrukkingen en gezegden
- het hek is van de dam
er ontstaan problemen nu de belemmering is opgeheven
Vertalingen
1,2 een waterkering
3. (bij het damspel) twee gestapelde schijven
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dammen |
dam
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dammen
- Ik dam.
- gebiedende wijs van dammen
- Dam!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dammen
- Dam je?
Gangbaarheid
- Het woord dam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dam" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "dam" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ dam op website: Etymologiebank.nl
- ↑ dam op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
dam | dams |
Zelfstandig naamwoord
dam
- (waterbeheer) dam (een scheiding tussen twee wateren: zee, stuwmeer, rivier etc.)
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
dam
Urkers
Zelfstandig naamwoord
dam
Categorieën:
- Universeel
- Symbool
- Natuurkunde
- Wiskunde
- Eenheid
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Waterbeheer in het Nederlands
- Spel in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 3
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Waterbeheer in het Engels
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Waterbeheer in het Nedersaksisch
- Woorden in het Urkers
- Zelfstandig naamwoord in het Urkers
- Waterbeheer in het Urkers