damwand

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een damwand

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dam·wand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord damwand damwanden
verkleinwoord damwandje damwandjes

Zelfstandig naamwoord

damwand m

  1. (bouwkunde), (waterbeheer) een uit planken of staalprofielen opgebouwde, loodrechte afscheiding van grond en water, die wordt toegepaste bij dammen, bouwputten, kademuren, beschoeiingen enz.
    • De laad- en loskade is versterkt met damwanden. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be